Mede
Vanwaar de benaming Mede?
De naam “mede” komt van “medhu”, een Indo-Germaans woord dat oorspronkelijk ook gebruikt werd om honing te benoemen. In ons taalgebruik bleef het woord ‘honing’ bestaan, en werd ‘mede’ de aparte naam voor honingwijn. Van ‘medhu’ stamt ook het Franse ‘miel’ dat nog steeds honing betekent. In het Deens en het Noors kreeg honingwijn ook een afzonderlijke naam: Mjød, en in het Zweeds wordt het dan weer “Mjöd”.
De eerste mede
Wanneer mede ontstond is niet met zekerheid te zeggen. Alleszins gebruikten de mensen reeds meer dan 3500 jaar voor onze tijdrekening honing, de hoofdgrondstof van mede, vooral als zoetstof.
Om eetwaren te zoeten of zelfs langer houdbaar te maken werd destijds honing gebruikt met een hoog watergehalte, waardoor meteen de twee grondstoffen van mede aanwezig waren: honing en water.
Vermits in de lucht altijd wilde gistschimmels aanwezig zijn, was het slechts een kwestie van tijd alvorens mede ontstond. Hoge luchtvochtigheid en het zich neerzetten van de wilde gistschimmels op de honing is al voldoende om een spontane gisting te veroorzaken. Resultaat: honingwijn, mede!
Kelten en Germanen
Zowel de Germanen als de Kelten uit de Bronstijd (3000 tot 1000 v.o.t.) kenden deze spontaan ontstane mede. In heuvelgraven werden drinkhoorns gevonden, samen met bronzen ketels, waarin sporen van mede teruggevonden werden. Waarschijnlijk werd aan de overledenen genoeg drank meegegeven om ook in het hiernamaals geen dorst te moeten lijden.
Tacitus, de Romeinse geschiedschrijver die over de Germanen verhaalde, schreef dat mede samengesteld werd uit water, honing, en speeksel… Deze zinnen waren niet minachtend bedoeld, maar toonden bewondering voor de creativiteit van de medebrouwers, en verwezen ook naar het oorsprongverhaal dat later in de Edda (IJslands-Germaans heldenepos) werd opgenomen.
Het bewuste verhaal gaat als volgt: Na een oorlog sloten de Asen en de Wanen, twee godengeslachten, vrede. Zij vormden een grote vredeskring, en vulden een ketel met hun speeksel. Uit dat speeksel werd Kwasir geschapen, een wijze diplomaat die geschillen kon oplossen. Op een van zijn diplomatieke bemiddelingsreizen werd hij echter vermoord door de dwergen Fjalar en Galar, die het bloed van de wijze Kwasir mengden met gegiste honing en die zo de Dichtersmede maakten.
Suttung, een reus uit het geslacht der Joten, bemachtigde deze wondere drank en pochte daarover tegen iedereen die het maar horen wilde. Zijn gesnoef kwam ook de oppergod Odin ter ore die door een magische tunnel naar de reuzenwoning kroop, en daar de dochter van Suttung verleidde. Voldaan viel zij in slaap nadat zij de liefde hadden bedreven, en Odin maakte daarvan gebruik om de mede te stelen en mee te voeren naar de woonst van de Asen, Asgaard. Hij nam daarvoor de gedaante aan van een adelaar en vloog naar Asgaard. De achtervolgende Suttung werd verjaagd door de andere Asen, waarna Odin de mede uitspuwde in zijn eigen vaten.
Nu bezat Odin tegelijk de wijsheid en de vaardigheid tot dichten. Hij werd vanaf dan ook de God van de Dichtkunst genoemd, en de mede kreeg ook de bijkomende naam Skaldenmede, naar de benaming voor rondtrekkende vertellers of dichters, Skalden.
Nog in de Edda lezen we dat ook de Einheriar, de gesneuvelde helden die dagelijks aten en dronken aan de tafel der Goden in Walhalla (een zaal in Asgaard), mede dronken. Het was de mede die de geit Heidrun uit haar uiers liet vloeien, als uit een bron die nooit opdroogde.
Voor de Germanen was de onverklaarbare verandering van honingwater in een beroezende drank duidelijk een geschenk van de Goden, de Asen. Zij noemden mede dan ook Godendrank. Deze godendrank werd blijkbaar in grote hoeveelheden gedronken, want de Edda brengt gedetailleerde beschrijvingen van drinkgelagen, en van de gevolgen ervan…de volgende dag.
Bij andere culturen
In de Griekse mythologie wordt nectar als godendrank genoemd, en ambrozijn als godenspijs. Beide producten zijn bereidingen van honing. Gegiste honing kenden de Grieken ook, hun mede werd Melikraton genoemd, die als offer werd aangeboden aan de goden.
De Romeinen kenden geen mede, maar daar kwam verandering in toen zij vanaf de derde eeuw kennis maakten met de mededrinkende Kelten en Germanen. Aanvankelijk gebruikten de Romeinen de mede enkel om hun zure wijnen zoeter te maken, waardoor een ‘mulsum’ ontstond. In tegenstelling tot de Germanen echter, waar mede een algemeen gebruikte drank was, bleven mede en mulsum bij de Romeinen luxedranken, voorbehouden aan de rijke patriciërs.
In de marge van heidense rituele drinkgelagen werd mede tijdens de middeleeuwen een alledaagse drank, die evenwel nog steeds niet algemeen bekend was. Zo wil de geschiedenis dat Attila, koning van de Hunnen, in 449 een bijeenkomst belegde met een Byzantijnse afvaardiging. Hij schonk hen mede, en zij waren door de smaak ervan zo overweldigd dat hun brieven naar het thuisfront uitvoerig gewag maakten van die drank: “lekkerder dan wijn”.
Bij de Vikings
De Noord-Germanen, zeg maar de Vikings, hadden een probleem om tijdens hun lange boottochten water drinkbaar te houden. Zij namen dus vaten met mede mee, die probleemloos houdbaar was. Het waren ook de Vikings die de honingwijn ‘Skaldenmede’ noemden, verwijzend naar de drank uit de Edda: ‘die iedereen die ervan dronk de gave van de dichtkunst verleende’.
Niet enkel de smaak bekoorde de Vikings. Ook de genezende kracht van mede, die in het koude Scandinavië verkoudheden temperde, kenden zij. Zowel koud als warm gedronken bleek mede genezende eigenschappen te hebben. Zeker speelde de antibiotische werking van honing, die ontstekingen na strijdwonden veel sneller liet genezen, daarbij een rol.
Bier en wijn
Vanuit de landen waar druiven groeiden rukte het Christendom op, waardoor steeds meer de eigen mede vervangen werd door wijn. Toch gaf Karel de Grote nog de opdracht aan grote boerderijen om bijen te houden en mede te produceren. Mede was niet voor niets de meest gedronken drank aan het Hof van Karel de Grote.
Ook monniken die het leven beschrijven in het klooster van Sankt Gallen, Zwitserland, omstreeks het jaar 1000, verwijzen naar de productie van wijn die met honing aangezoet werd, en naar mede.
Het was pas in de late middeleeuwen dat imkers, bijenhouders, zich gingen organiseren in gilden als een zelfstandige beroepsvereniging, niet langer als boeren die ook bijen hielden. Het laten gisten van een mengsel van water en honing noemde men ‘blanden’, en de ambachtslieden noemde men ‘medeblanders’. Een verwijzing naar de term blanden is enkel nog te vinden in het Engelse ‘to blend’.
Vooral in de Germaanse gebieden ten oosten van de Rijn zette de professionalisering zich door, waardoor ook in de steden medewinkels hun deuren openden. Tot in de 14de eeuw is bekend dat over de Rijn haast elke stad beschikte over meerdere medekelders en handelszaken gespecialiseerd in de verkoop van honingproducten en mede.
Het perverse effect van de grotere toegankelijkheid tot mede voor de burger was dat bij de grootverbruikers, in kastelen, steeds minder mede, maar meer druivenwijn werd geschonken. Om zich te onderscheiden van het plebs was het blijkbaar ook nodig dat adellijke families andere dranken gebruikten…
Een ander verschijnsel werkte in de hand dat mede op de achtergrond raakte: de opkomst van bier. De zuiderse wijnen aan de tafels van de edelen, en de noordelijke bieren aan de tafels van de burger-stedelingen lieten mede enkel overleven op het platteland. Ook de kostprijs voor het vervaardigen speelde een belangrijke rol. De Imkerij was duurder dan de brouwerij en de druiventeelt, en vroeg ook meer inspanningen. Gerst en Hop waren blijkbaar meer voorhanden, en stelden minder verzorgingseisen dan bijenvolkeren, waardoor het brouwen van bier dan ook steeds toenam.
Een laatste dreun moest mede nog incasseren. Alle landbouwbedrijven, en ook alle Europese bijenhouders kregen immers zware klappen tijdens de dertigjarige oorlog (1618-1648). De combinatie van brandschatting en moorden door soldatenbendes, plunderingen, oorlogsslachtoffers, en het uitbreken van de pest, maakten dat het Midden-Europese bevolkingsaantal sterk terugliep, en dat landbouwbedrijven aankeken tegen verwoestingen. De mede-handelszaken moesten dan ook hun activiteiten stopzetten, omdat de imkers geen grondstoffen meer konden leveren.
Vandaag wordt mede vooral gedronken tijdens de middeleeuwse markten, en bij degenen die in rollenspelen de tijdperken naspelen die gekenmerkt waren door het drinken van mede. Naast deze LARP- en reënactment evenementen wordt mede ook nog verbruikt tijdens Asatru- of Wiccarituelen. Gelukkig blijft het gebruik niet uitsluitend beperkt tot deze groepen, maar ontdekken steeds meer mensen opnieuw de heerlijke smaak van mede, onze eigen geneeskrachtige drank zonder artificiële toevoegingen.
Afrodisiacum
Honing heeft een aderverwijdende eigenschap die de doorbloeding van organen kan stimuleren. Lustopwekkend dus. Ook verhoogde vruchtbaarheid bij vrouwen werd toegeschreven aan dezelfde eigenschap. Dat vonden althans de vroegere Kelten. Pasgehuwde vrouwen kregen van hen gedurende de eerste huwelijksmaand vooral mede te drinken, en nog steeds kunnen we een verwijzing naar die gewoonte terugvinden in de benaming Honeymoon (honingmaand) voor de wittebroodsweken.
Ook de Scandinavische Germanen kenden deze gewoonte, want zij huldigden de “hjunottsmanath”, of de verschuilingsmaand. Een vrouw werd weggehaald uit een ander dorp, en kreeg gedurende een ganse maand mede te drinken. Van deze drank werd aangenomen dat hij lustopwekkend was, waardoor de gekaapte bruid zich spontaan in de armen van haar ontvoerder/bruidegom zou gooien…
Dezelfde gewoonte werd opgetekend bij de troepen van Atilla de Hunnenkoning in de 5de eeuw.
Veel recenter roemde zelfs William Shakespeare deze eigenschap van mede, toen hij schreef: Champagne is enorm lekker als drank alvorens het liefdesspel aan te vatten, maar de inname van grotere hoeveelheden maakt de afwerking van de liefdesdaad onmogelijk. Dit in tegenstelling tot mede, een kleverige lekkere drank die de lust niet onmogelijk maakt.
Genezende kracht
In het midden van de 19de eeuw werd in Europa mede herontdekt door landbouwers. Het was vooral de volksgeneeskunde die gebruik maakte van de helende werking ervan. Want honing, en dus ook mede, heeft wel degelijk een antibacteriële werking. In oude boeken over heelkunde worden de genezende krachten toegejuicht, vooral tegen maag- en darmklachten, maar zeker ook om ademhalingsstoornissen te bestrijden. Ontstekingen in mond en keel werden dan weer bestreden door met mede te gorgelen.
Met een toevoeging van gemalen amandelen zou men met mede zelfs chronische hoest kunnen behandelen, terwijl de toevoeging van look het beendergestel zou versterken. Uiteraard werd mede ook gebruikt om bittere natuurgeneesmiddelen zoeter te maken.
Sebastian Kneipp, de natuurgeneeskundige, schreef: Mede heeft vele goede eigenschappen. Het bevordert de eetlust en de vertering, reinigt en versterkt de maag, verwijdert ongezonde stoffen die nadelig zijn voor ons lichaam. De werking van mede is positief voor het bloed, maar ook voor nieren en blaas, omdat mede reinigend werkt op alle vocht in ons lichaam. Voor ouderen is mede een versterkend middel. De oude Germanen gingen prat op hun gezondheid en lange levensduur, dankzij hun mede.
In een middeleeuws handschrift kunnen we dan weer lezen: Mede, de gezonde honingdrank, helpt tegen duizeligheid, tegen de droge hoest, lost slijmen op, herstelt de zenuwen, verpulvert stenen en andere schadelijke ophopingen. Mede is heilzaam voor degenen die om medische redenen geen druivenwijn mogen drinken. Maar let op: overmatig gebruik kan leiden tot verslaving en dood. En bij deze laatste opmerking moet ik me nadrukkelijk aansluiten: drink mede steeds met mate, want enkel dan blijven al zijn geneeskrachtige effecten werkzaam.
De genezende kracht was ook onze eigen grootouders niet onbekend. Sommigen onder ons herinneren zich zeker nog een oma of een opa die bij elke kinderverkoudheid een glas melk opwarmde met daarin een lepel honing. Om die lieve oudjes een plezier te doen dronken we dat brouwsel dan maar op. Onze lichte tegenzin was evenwel onterecht, want honing heeft wel degelijk actieve genezende eigenschappen.
Dat wisten ook de oude wijze vrouwen van de Germaanse stammen al. Zij hadden ondervonden dat onverhitte honing, nog in de wasraat, zelfs maagklachten kon bestrijden. Zij adviseerden om honing en raat samen te kauwen en dan pas door te slikken. Zij gebruikten ook zuivere honing als zalf tegen brandwonden, en met succes. Jaja, die slimme heksen toch.
Apitherapie
Afgeleid van die heksenwetenschap is de huidige apitherapie. Het is een alternatieve geneeswijze, uitsluitend gebaseerd op producten die door bijen worden aangemaakt. Honing, bijenwas, koninginnenbrij maar ook bijengif. Dit laatste zou zelfs heilzaam zijn tegen artritis, reuma en huidziekten.
Uiteraard zijn er dan de sceptici, die zwaaien met het ontbreken van wetenschappelijke studies, om te verklaren dat de heilzame werking van apitherapie onbewezen is. Nu ja, in die discussie op wetenschappelijk niveau wil ik me niet mengen, maar…misschien, heel misschien, maakt de aarde – de natuur, wel spontaan sommige stoffen aan die werkzaam zijn tegen ongemakken. En misschien, heel misschien, wisten de oude wijze vrouwen, de heksen wel uit eeuwenlange mondelinge overlevering op welke van die natuurlijke stoffen ons lichaam gunstig reageert.
Toegegeven, er zal niet zoveel geld te verdienen zijn aan honing van ijverige bijtjes of mede van ambachtelijke imkers dan aan laboratoriumproducten met dure namen en grote farmaceutische bedrijven met beursaandelen …..
Om niet met deze sombere noot dit overzicht te beëindigen, toch ook een positieve noot over wetenschappers: zij waren het die een tijd geleden ontdekten dat bij het gebruik van honing dezelfde effecten zich voordoen als bij de inname van Viagra, namelijk een grotere productie van stikstofmonoxide dat op zijn beurt voor een verwijding van de bloedvaten zorgt, waardoor zwellichamen zich makkelijker vullen met bloed. Misschien waren de oude Kelten en Germanen dus lichtjes fout bij het uitsluitende schenken van mede aan vrouwen, en had men net zo goed de mannen een maand lang mede te drinken kunnen geven…:-)
Sköll !
Wanneer je Mede drinkt wens je de anderen geen Gezondheid, Prosit, Santé, Salud of Cheers toe, maar enkel Schol !
Schol is namelijk onze eigen versie van het oude Viking-“sköll” , wat kan vertaald worden als “Schedel”, zijnde het drinkgerei van oude Germanen en Kelten.